Afgelopen donderdag bespraken we in de politieke markt hoe het gaat met het programma Energietransitie: de overgang van fossiele naar duurzame energie. Dat programma startte vorig jaar en we spraken af dat de gemeente elk jaar een plan maakt wat het de komende periode gaat doen. Vanaf het begin het de ontwikkeling last van omstandigheden waar ze zelf weinig kan doen maar die het wel lastig maakte grote stappen te zetten. Een jaar na de start kwam corona en lag veel stil. De energiecrisis (oorlog Oekraïne) en het vollopen van het elektriciteitsnet (netcongestie) gooiden roet in het eten. Grote bedrijven kunnen niet aangesloten worden en ook nieuwe zonnepanelen kunnen hun duurzame energie niet kwijt.

Natuurlijk vertelden de programma coördinatoren ons eerst wat er wel is gedaan. En dat is veel. De medewerkers van Ellen Luten, de manager van het programma hadden er bijna de hele vergadertijd tijd voor nodig.

Zelf besparen, zelf opwekken, duurzame opwek, warmte. Er is veel gedaan aan energiebesparing zodat inwoners minder stookkosten hebben of apparaten die veel energie gebruiken te vervangen. Daar steekt deA heel veel energie in. De afdeling werkt ook samen met de ‘aanpakkers’ van de gemeente die mensen met minder inkomen ondersteunen. Iedereen moet mee kunnen doen. Het energie punt geeft veel informatie.

Duurzame opwek, warmte transitie en bedrijven die samen een apart netwerk bouwen (smart grid). Energie neutraliteit blijft achter, we gebruiken niet minder maar juist meer energie. Dat komt om dat er meer mensen in Apeldoorn zijn komen wonen, en er meer bedrijven zijn gekomen.

Er is zoveel gebeurd dat er te weinig tijd overbleef om de plannen voor komende periode te bespreken. Dat doen we half december.