Voor onze algemene ledenvergadering (ALV) van 26 maart 2025 is er een schriftelijk verslag van onze GroenLinks-fractie. Het is de eerste keer dat het fractieverslag op schrift staat in plaats van een mondeling verhaal. De fractie heeft er werk van gemaakt: alle fractieleden en fractievertegenwoordigers komen met een eigen bijdrage. 

Het geheel is indrukwekkend. We zien hoe onze politieke voorhoede zich sterk maakt voor een breed scala van onderwerpen. Op de ledenvergadering heb ik voor de schrijvers enkele vragen waarbij ik telkens een onderdeel van hun eigen rapportage naar voren haal. 

Zo vraag ik aan Ellen Soorsma, de fractievoorzitter, wat zij bedoelt met ‘behoud van maatschappelijk vastgoed’. Samen met Kirsten Hanekamp heeft zij hier veel tijd en energie aan besteed. Door financiële perikelen heeft de raad in het verleden besloten het maatschappelijk vastgoed af te stoten. Ellen schrikt als zij daarachter komt. Er zijn nog enkele panden met grond over, zoals de moestuin en het Huussie in Havenpark Centrum en Vrijzicht in wijk de Heeze. Deze plekken van ontmoeting, educatie en ontspanning vormen de onmiskenbare ziel van onze gemeenschappen, vindt Ellen. “Deze moeten we koesteren en stimuleren en niet verkopen.” Hoewel de raad in meerderheid daarin niet meegaat, heeft de fractie uitstel van een besluit weten te bewerkstelligen. Ambtenaren werken nu hard aan een kostenoverzicht; daarna komt dit onderwerp terug in de raad. Hopelijk blijven de panden in handen van de gemeente en dus beschikbaar voor de gemeenschap. 

Aan Paul Baart vraag ik: kennis- en innovatiecentra. Waarom vindt GroenLinks die belangrijk? Paul legt uit dat de zogeheten ‘triple helix’ (samenwerking tussen overheid, ondernemers en onderwijsinstellingen) heeft geleid tot diverse kennis- en innovatiecentra in Apeldoorn, zoals het Centrum voor Veiligheid en Digitalisering (CVD). Daar voeg ik aan toe NewTechPark, dat Apeldoornse talenten, bedrijven en onderwijs stimuleert en faciliteert om zich voortdurend te ontwikkelen in de techniek. Deze centra fungeren als bruggen tussen academische kennis en praktische toepassingen, en stimuleren de ontwikkeling van nieuwe ideeën die bijdragen aan de economische en sociale vooruitgang van onze gemeente. Daarom ziet Paul deze centra ook voor GroenLinks als een belangrijk aandachtsgebied. De aandacht voor innovatie betekent ook aandacht voor duurzame innovaties; dat kan haast niet anders. 

Dieuwke de Boer vraag ik naar haar betrokkenheid bij de jeugdzorg. Zij brengt naar voren dat het jeugdzorgbeleid zorgelijk is. Eén op de zeven kinderen krijgt een vorm van jeugdzorg. Ondanks tekorten moet er bezuinigd worden. Ze probeert met anderen zoveel mogelijk jeugdzorg in stand te houden en te verbeteren. Er komt een werkgroep om meer grip te krijgen op dit grote dossier. GroenLInks wil daarin meedoen om input te leveren. De werkgroep gaat informatie ophalen bij de diverse organisaties. Wat werkt, wat werkt niet, wat kan beter? Wat kunnen we leren van andere gemeenten? Dieuwke hoopt dat deze activiteit bijdraagt aan een stabiel jeugdzorgbeleid, zonder te sturen op alleen bezuinigingen. Het is duidelijk dat voor dit dossier een lange adem nodig is. Maar de relevantie is hoog, lijkt me. 

Vraag voor Henk Veneman: wat is een minder vitale wijk? Henk geeft aan dat er een directe link is met jeugdzorg. Minder vitale wijken zijn wijken waar problemen zijn met sociale cohesie; deze hangen mogelijk samen met lage inkomens of grote verschillen in inkomens. Je kunt aan deze problemen wat doen door te investeren in de jeugd. De gemeente kan investeren in sport, in muzieklessen, enz. Een sportclub kan bijv. plaats inruimen voor het maken van huiswerk voordat de trainingen beginnen. Op het terrein van onderwijswordt het beleid natuurlijk grotendeels landelijk gemaakt. De gemeente gaat over goede schoolgebouwen en over extra programma’s voor minder vitale wijken. Er is een samenhang met brede welvaart. “Samen met Ellen Nab (PvdA) ben ik in de programma’s gedoken waarop bezuinigd is in 2012.” En we werken aan voorstellen voor interventies als verrijkte schooldagen in minder vitale wijken.

Aan Kirsten Hanekamp vraag ik: toegankelijkheid, is dat in Apeldoorn echt een probleem? Hoe staan we ervoor? Kirsten vindt dat de toegankelijkheid vaak tegenvalt, bijv. als het gaat om cafés, het openbaar vervoer of als bepaalde wegen afgesloten zijn wegens werkzaamheden. Automatische deuren zijn soms niet goed te bedienen, met name als de knop waarop je moet drukken bijna dezelfde kleur heeft als de muur en daardoor niet opvalt. Er zijn mensen nodig die aangeven waar de problemen zitten. Kirsten vraagt in vergaderingen standaard of ervaringsdeskundigen betrokken zijn bij plannen. Zelf ziet ze als geleidehondgebruiker niet alles, maar ze heeft geleerd om drempels die ze tegenkomt aan te kaarten en collega’s bewuster te maken.

Aan Bas de Wit vraag ik waarom de overheid mee zou moeten doen aan investeren in het uitbreiden van het HBO-onderwijs in Apeldoorn. Waarom is dat nodig? Bas legt uit dat HBO-onderwijs van belang is voor de ontwikkeling van Apeldoorn. Er is een tekort aan inwoners in de leeftijd van 18 tot 30 jaar. Het is van belang voor de stad om voorzieningen te hebben die deze groep aantrekken. Daartoe behoort ook goed beroepsonderwijs, met name op het gebied van HBO-opleidingen. De gedachte daarbij is ook dat een deel van de studenten na hun afstuderen in Apeldoorn werk vindt en/of er blijft wonen. 

Dit zijn maar enkele vragen aan onze fractieleden en fractievertegenwoordigers. Er is nog veel meer. En de beantwoording is kort. Maar niettemin, ik ben toch wel onder de indruk van de belangrijke onderwerpen waarmee onze voorhoede bezig is. Misschien vraag je je af of ik me niet al te gemakkelijk laat inpakken. Waar blijven de kritische vragen? Weest gerust, die komen wel. Maar, beginnen met een blijk van waardering is niet verkeerd. Dat vind ik tenminste.