Meer dan ooit ben ik gemotiveerd om op 29 oktober op onze gezamenlijke lijst GroenLinks-PvdA te stemmen. Het samengaan van beide partijen zorgt ervoor dat ons geluid meer gewicht in de schaal krijgt. Dat is hard nodig, gelet op alle klimaatontkenning, sociale problematiek en ondermijning van de rechtsstaat.
De tegenkrachten zijn niet mals. Aan de rechterkant hebben we de extremisten die de klimaatproblemen en de overschrijding van ecologische grenzen aan hun laars lappen. Ontkennen, net doen of je neus bloedt, is kennelijk voor velen de weg om wat gekalmeerd te raken. Nog wat partijen zijn halfslachtig, zoals de VVD: de klimaatwet ondertekenen, maar toch graag met een partij als JA21 in zee willen gaan (na het debakel met de PVV). Om vervolgens onze partij op voorhand uit te sluiten.
Vergeet niet: er zitten achter dit rechtse gedoe grote economische belangen, zoals die van grote petroleum- en voedingsbedrijven en ook banken die een echte transitie voor zich uitschuiven. Dit laatste pleit voor een krachtige overheid die orde op zaken kan stellen, zowel nationaal als op Europees niveau.
De niet geringe weerstand tegen de transitie naar een duurzame samenleving heeft mijns inziens een nog weinig onderkende achtergrond. Ik bedoel dit: de heersende machten voelen aan dat duurzaamheid niet alleen een kwestie is van een beperkt aantal doelen voor de lange termijn. Dat werd mij bijvoorbeeld duidelijk door veel te lezen over de circulaire economie. Die vraagt een echte systeemverandering waarbij in toeleveringsketens en in relaties tussen economische sectoren en de overheid allerlei verschuivingen plaatsvinden. Voeg je daarbij de transitie naar duurzame energie, dan zie je een compleet ander plaatje dan in de nog grotendeels lineaire economie van vandaag. De circulaire economie betekent allerlei veranderingen in de rollen die partijen spelen en de macht die ze uitoefenen. Je proeft de weerstand daartegen, inclusief de weerstand tegen een partij als de onze.
In zekere zin geldt daarom: als de weerstand groeit, weten we dat we op de goede weg zijn. Het hoort daarbij. We kunnen moed putten uit het feit dat er veel gebeurt in de richting van duurzaamheid, wat dikwijls nog niet zichtbaar is, maar niettemin op een gegeven moment zorgt voor onomkeerbare omslagmomenten.
Velen denken daarbij vooral aan allerlei technische innovaties. Die zijn zeker belangrijk, maar daar horen maatschappelijke en politieke veranderingen bij. Want anders blijven we steken in efficiëntieverbeteringen die snel opgeslokt worden door een soort economische groei waar we juist van af willen.
Er zijn ook personen en groepen die zich bewust zijn van de overschrijdingen van ecologische grenzen die nu plaatsvinden. Zij beseffen dat naast technische innovaties er andere consumptiepatronen en nieuwe vormen van solidariteit nodig zijn om de toekomst zeker te stellen. Onze partij hoort bij deze beweging, of, althans, zou hierbij moeten horen. Er is meer aandacht nodig voor fundamentele keuzes op het gebied van klimaatbeleid en internationale solidariteit (zie bijvoorbeeld De Helling, nr. 3 2025, blz. 40). Maar, laten we eerlijk zijn, ook voor ons, behorend tot GroenLinks-PvdA, is dit niet zo eenvoudig. We hebben een angere transitieweg te gaan. We stellen ons zowel bescheid en als strijdbaar op. Dit is een goede basis om samen verder te gaan.